Sportburnout | 4 fases en hoe je ze kunt voorkomen

Je zult niet de eerste zijn die enthousiast aan een nieuw trainingsprogramma begint, maar na een tijdje buffelen haar motivatie kwijtraakt. Leer de klassieke signalen van een sportieve sleur te herkennen voorkom dat je zelf terechtkomt in een sportburnout. 

Fase 1 van een sportburnout: Euforie

Klassieke symptoom: Je bent vastbesloten om binnen een maand weer in je bikini te passen, dus je slaat geen enkele workout over.

Voorkom een sportburnout: Less is more! Een burnout ontstaat doordat je in korte tijd te veel verwacht. Maak je geen illusies en zorg dat je enthousiasme in lijn is met wat überhaupt haalbaar is. Zelfs met de beste, meest effectieve programma’s kun je jouw lichaam niet dwingen om in een hoger tempo sterker of slanker te worden dan fysiek mogelijk is. Begin met het laagste aantal herhalingen en sets, en pak de minst zware gewichten. Je kunt in het begin beter te weinig doen dan te veel, om je mentale of fysieke herstelvermogen niet te overschrijden.

Fase 2 van een sportburnout: Desillusie

Klassiek symptoom: Je enthousiasme verdwijnt omdat je niet meteen resultaat ziet. Een flink potje zweten is niet langer een leuk vooruitzicht en je begint workouts te skippen. 

Voorkom een sportburnout: Stel kleine doelen. Een belangrijke reden om te stoppen is dat het niet lukt om je verwachtingen in te lossen of je doelen te bereiken. Dat gebeurt met name binnen de eerste zes maanden nadat je met een fitnessprogramma bent gestart. Doelen die gericht zijn op de korte termijn en op het proces (zoals de hoeveelheid tijd die je eraan besteedt) zijn veel beter voor je zelfvertrouwen en maken het eenvoudiger op koers te blijven dan lange termijndoelen, zoals bijvoorbeeld het aantal kilo’s dat je wilt kwijtraken.

Fase 3 van een sportburnout: Uitstel

Klassieke symptoom: Toewijding en motivatie maken plaats voor verveling. Je zult elk excuus – werk, regen, de verjaardag van – aangrijpen om workouts uit te stellen. En van uitstel komt? Juist…

Voorkom een sportburnout: Niet lusteloos worden nu, maar zet juist een tandje bij. Gebruik eens een ander cardio-apparaat of doe je oefeningen in een ander deel van de gym. Zorg dat je de verveling geen enkele kans geeft. Begin bijvoorbeeld met plyomeztrische oefeningen tijdens je workout en stap na een paar weken over op een uitdagende duurtraining ( op de cardiomachine of buiten in de zon, jij kiest!) of in high intensity Intervaltraining (HIIT) met losse gewichten. De truc is om je lichaam steeds nieuwe uitdagingen te geven, zodat je spieren nooit de kans krijgen om eraan te wennen (en lui worden).

Fase 4 van een sportburnout: Frustratie

Klassieke symptoom: Sport zakt steeds verder omlaag op je prioriteitenlijstje. Je bent geneigd om de handdoek in de ring te gooien – volgende keer beter!

Voorkom een sportburnout: Maak een schema en houd je er tenminste vijf weken aan. Onderzoek verschenen in Health Psychology wijst namelijk uit dat dit de hoeveelheid tijd is die beginnende sporters minimaal nodig hebben om een gewoonte te maken van hun workouts. Vrij shocking, als je het mij vraagt. Spreek met iemand af om samen te sporten: een trainer, je vriend/man of je beste vriendin. Sociale druk kan een geweldige bron van motivatie zijn. De kans dat je op het goede pad blijft is immers een stuk groter als er iemand is die jou aan je afspraken houdt.

One thought on “Sportburnout | 4 fases en hoe je ze kunt voorkomen

Laat een reactie achter bij Vlijtig LiesjeReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.