Bloeddonor worden – ik zeg: doen!

Mijn moeder en zusje zijn het al langer en sinds een paar weken ben ik het ook: bloeddonor!

En ik ben er nog trots op, ook! Mijn moeder is al bloeddonor zolang ik mij kan herinneren en elke keer zeurde ze met me: “Ga nou eens een keer mee, dan krijg je er een beetje een idee bij.” Ik vond het helemaal niks en heb me daar, als puber zijnde, dan ook maar weinig van aan getrokken. Tot het moment dat ik erachter kwam dat ik een hele zeldzame bloedgroep heb (AB). Dat ik AB had wist ik al langer, maar dat ik dus bij een zeldzame 2,5% van de bevolking hoor hiermee, wist ik echt niet. Dat betekent natuurlijk dat die bloedgroep minder vaak nodig is, maar ook dat daar nog veel minder bloeddonoren in zijn. Dus, ik heb me aangemeld! Als ze je niet nodig hebben, wordt je natuurlijk ook niet opgeroepen.

Bloeddonor worden: hoe doe je dat?

Via de Sanquin website kun je je aanmelden. Veiligheid gaat boven alles en het is belangrijk dat je alle gegevens die gevraagd worden bij de aanmelding juist invult. De vragenlijst bestaat uit 9 (medische) vragen waarin wordt gekeken naar de meest voorkomende redenen waarom iemand geen donor zou mogen worden. En dat allemaal online, mensen! Als je ‘slaagt’ voor deze vragenlijst, krijg je een afspraak met de donorarts en een bloedtest om definitief te bepalen of het mogelijk is om donor te worden.

Die afspraak had ik een aantal weken geleden, bij de mobiele bloedbank in onze regio. Eerst mocht ik een enorme vragenlijst invullen. Met vragen die natuurlijk van belang zijn om te bepalen of je wel of geen bloed mag geven. (Heb je wel eens seks gehad met een man die op zijn beurt wel eens seks gehad heeft met een andere man? Uhhhh whot? Manlief, als je dit leest: ik hoop het niet, zeg!). Maar ook bepaalde vakantiebestemmingen moeten in de gaten gehouden worden, in verband met ziektes die daar voorkomen.

Vervolgens ga je in gesprek met de donorarts, die de hele vragenlijst nog een keer met je doorloopt. Hij test daarnaast bloeddruk en het ijzergehalte, middels een vingerprikje. Werkelijk, wie dat vingerprikje bedacht heeft. Ik heb liever dat ze alle aderen in mijn arm leegzuigen met een vette naald, dan zo’n stomme vingerprik. Niet dat het perse pijnlijk is, maar gewoon stom. Na het gesprek mag je tussen alle donoren gaan liggen en worden er een paar buisjes bloed voor onderzoek afgetapt. Als ook deze in orde staan, krijg je groen licht om bloeddonor te worden.

Gedoe?

Nee, ik vind het zeker geen gedoe en ik voelde me ook enorm trots toen ik eindelijk de stap had gezet. Bloed prikken heb ik nooit een probleem gevonden, dus waarom dit zo lang heeft geduurd, weet ik ook niet. Maar ik kijk uit naar mijn eerste oproep en hoop dat ze mijn bloed voor anderen goed kunnen gebruiken.

 

Ben jij al bloeddonor? Of heb je er bewust voor gekozen dit niet te doen? Ik ben heel benieuwd naar jullie verhalen!

3 thoughts on “Bloeddonor worden – ik zeg: doen!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.